top of page

Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen

De kerk moest in 1876 beeldbepalend zijn voor de Visbuurt, die in de jaren daarna vooral een buurt zou worden van gereformeerden uit Urk. Op het moment van oplevering werd de wijk nog Nieuwstad genoemd. Beeldbepalend werd de nieuwe Rooms-Katholieke kerk zeker. De Nieuwstraat loopt recht op de kerk aan, het gebouw met zowel neogotische als neoromaanse trekken, ligt prachtig in de zichtlijn. Een paar jaar na de oplevering werd een dakruiter op de voorgevel geplaatst. Aanvankelijk was de kerk gebouwd als bijgebouw, een filiaal, van de grotere Petrus en Pauluskerk aan de Kerkgracht, maar deze kerk werd te klein voor de vele kerkgangers. Een nieuwe kerk in een nieuwe wijk was daarom nodig. Het werd bij de oplevering in 1876 een kerk zonder toren, want er was te weinig geld, maar tijdens het dertigjarig priesterfeest van pastoor Brinkman kon genoeg geld ingezameld worden zodat in 1884 alsnog een toren geplaatst kon worden. Tijdens de oorlogsjaren roofden de Duitsers de klok.

​

De kruiswegstaties van Jan Dunselman (1863-1931)

Jan Dunselman groeide op in de bakkerij van zijn vader aan de Bassinggracht, met uitzicht op de Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen, gebouwd in 1876. Dunselman vond al vroeg in zijn tekentalent een roeping om deze te verbinden met de katholieke traditie. Hij was een religieus kunstenaar precies in de tijd waarin de katholieke kerk weer tot bloei kwam. Geen schuilkerken meer, maar nieuwe kerkgebouwen, rijk versierd met muurschilderingen, heiligenbeelden en vooral kruiswegstaties. Juist die laatste vorm Dunselmans aandacht. Al op zijn vijftiende kreeg hij een bijzondere opdracht: de muur achter het altaar van de Petrus en Pauluskerk beschilderen. Hij koos voor een krachtige illustratie uit het Mattheüsevangelie: de scène waarin de twijfelende Petrus over het water loopt en bij Christus houvast vind. Kort daarna maakte Dunselman veertien kruiswegstaties. 

Hij had had zijn eigen techniek. Hij werkte met linoleum gespannen op houten ramen, en schilderde op de juten achterkant. In de kruiswegstaties verwerkte hij portretten van zijn eigen familie. Zijn vader, moeder en andere dierbaren doken onopvallend op tussen de bijbelse figuren. In de statie van de graflegging heeft hij zijn vader en zichzelf tussen de wenende vrouwen zijn moeder en zijn broer Jacob. Na het gereed komen van deze staties werden deze door een onbekende gekocht en geschonken aan de Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen (OLVOO). In 1990 na sluiting van de kerk zijn de staties overgebracht naar de Petrus en Pauluskerk.

​

Dunselman werkte daarna aan de kruiswegstaties van de grote Nicolaas basiliek in Amsterdam. Hij liet zich inspireren door de Nazareners en de Beuroners, twee stromingen binnen de 19de-eeuwse kunst. Met enkele onderbrekingen heeft hij bijna veertig jaar aan de afbeeldingen gewerkt (1891-1928). Het hele interieur heeft hij van beneden naar boven van schilderingen voorzien. Ook bij deze staties gaat het verhaal dat hij voor de figuren parochianen als model koos. Zijn figuren ademden zo’n vroomheid en devotie dat men zei wel dat ze geen zonde konden hebben begaan. 

Graag zou ik op deze site alle veertien kruiswegstaties willen laten zien die nu nog in de Petrus en Pauluskerk hangen. Wie kan me helpen aan goede foto's? Neem dan contact met me op.

In 1926 bestond de kerk vijftig jaar. Pastoor Van Beuzekom, die vanaf 1917 aan de kerk verbonden was zette zich in voor gebrandschilderde ramen in de kerk. De Utrechtse glaskunstenaar Willem Mengelberg (1879-1969), kreeg de opdracht. De pastoor had voorkeur voor voorstellingen die passend waren voor de stijl van de kerk en betekenis hadden voor het roomse leven in Den Helder. Zorgvuldig stelde de pastoor een lijstje samen van heiligen die afgebeeld moesten worden. Net op tijd voor het jubileumfeest op 8 juni 1926 konden de eerste ramen opgeleverd worden.

​

De afname van de bevolkingsgroei versterkt door de secularisatie, deed vanaf 1950 het aantal parochianen in de Visbuurt sterk afnemen. Ook de nieuwe Vredeskerk in de Schooten droeg bij aan het afnemend aantal bezoekers. Daarna werd het er niet beter op. In 1990 werd de laatste mis gehouden. De kerk werd verkocht en kreeg verschillende functies. Een kerkelijke gemeente is het nooit meer geworden.

bottom of page