top of page

De katholieke parochies in de oorlogsjaren

  • Foto van schrijver: Ben Post
    Ben Post
  • 16 aug
  • 6 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 16 uur geleden

Op zondag 4 mei 2025 sprak Jan van Diepen, emeritus pastor van de parochie onderstaande herdenkingstoespraak uit. Met zijn toestemming wordt het ook hier gepubliceerd.


Impressie van de gevolgen van de oorlog ’40 – ‘45 voor de beide parochies in den helder.

ree

Inleiding

Op de voorkant van deze liturgie ziet u een bijzondere foto: een legertank met Canadese soldaten staat op 8 mei 1945 stil voor het toenmalige stadhuis aan de Kerkgracht, enkele honderden meters hiervandaan. Na een lange en zware oorlog gedurende 5 jaar is ook Den Helder bevrijd. Jong en oud verdringen zich rond de tank en juichen de bevrijders toe. Een lange rij van tanks, motoren en jeeps met Canadese soldaten zou nog volgen. Het jongentje links onderaan had ikzelf kunnen zijn qua leeftijd en kleding. Maar ik was het niet! Ik stond op die dag, nog maar net 4 jaar geworden, aan de Rijksweg in ’t Zand. Enkele uren eerder was daar de stoet van de bevrijders door het dorp gereden en uitbundig toegejuicht. Mijn enige herinnering aan de oorlog! In die vijf oorlogsjaren van 1940 tot 1945 was Den Helder zwaar getroffen door bombardementen, eerst twee keer door de Duitsers, op 10 en 15 mei 1940, daarna tientallen keren door de geallieerden. Het totaal wordt geschat op 160. De geallieerde toestellen probeerden de vijandelijke schepen van de Duitsers op het Marsdiep uit te schakelen, terwijl de Rijkswerf een vaak gezocht en geraakt doel was omdat daar werd gewerkt aan schepen voor de oorlogsvoering. Regelmatig spatten de bommen echter uiteen in woonbuurten omdat ze niet goed gericht waren en soms werden de bommenluiken geopend boven Den Helder na mislukte missies naar Duitsland. Een deel van de stad – Oud Den Helder - werd op bevel van de bezetters zelfs helemaal afgebroken. Velen ontvluchtten in de loop van de jaren de stad en zochten en vonden huisvesting in omliggende dorpen zoals Breezand, Anna Paulowna en ’t Zand tot in Friesland aan toe. Een ruwe schatting leert dat Den Helder in het begin van de oorlog 30.000 inwoners telde, terwijl aan het eind van de oorlog nog maar 6000 mensen vaste woonplaats hadden in de stad. Een aantal vluchtelingen keerde dagelijks ‘s morgens terug uit de buitengebieden voor werk en winkel en trokken s’ avonds weer terug naar buiten.


Gevolgen

Deze oorlog veroorzaakte natuurlijk heel veel menselijk leed. Ook voor de parochies had deze oorlog veel gevolgen. In die tijd bestonden alleen de Petrus en Paulusparochie, gevestigd aan de Kerkgracht, waar we nu zijn en de O.L.V.O.O. parochie ,gevestigd in de Jan in ’t Veltstraat in de Visbuurt. Andere r.-k. kerken waren er toen nog niet. (De kerk in de Visbuurt is in 1990 gesloten, maar het gebouw staat er nog steeds.) Ik geef u een korte impressie van een aantal gevolgen. Wegens de herhaaldelijke bombardementen zochten steeds meer inwoners hun heil elders en daardoor nam het aantal zondagse kerkgangers zienderogen af. Op 24/25 juni 1940 vond er een groot bombardement plaats op Den Helder. 39 mensen kwamen om het leven. Velen ontvluchtten de stad. Ook het huis van de dirigent van ons Caeciliakoor J.Leeuwens werd geraakt en alle koormuziek verbrandde. Pas in augustus kon er weer gezongen worden tijdens de Hoogmis. Maar het jaarlijkse koorfeest St. Cecilia op 22 november ging toch gewoon door! In een later stadium besloot de toenmalige pastoor Adrianus Koopman van deze Petrus en Pauluskerk de toegang tot de zogeheten kraak in deze kerk af te sluiten wegens afname van het aantal kerkgangers. Ze waren niet meer nodig. Links en rechts achterin bevonden zich in deze kerk twee extra etages, balkons, om zo extra mensen te kunnen herbergen. In de volksmond werden deze de kraak genoemd. In 1966 zijn ze definitief weggehaald. Minder kerkgangers betekende ook minder inkomsten uit de collecten. De parochie van de kerk in ’t Zand schoot te hulp met een collecte op zondag 12 februari 1942 om zo de O.L.V.O.O. parochie te ondersteunen. De pastorie van ’t Zand bood trouwens ook huisvesting aan drie gezusters Dunselman uit Den Helder. Zondag 3 augustus 1941 moet voor de parochianen van deze kerk een heel bijzondere dag geweest zijn: feest en oorlogsdreiging tegelijkertijd. Twee parochianen, de broers Jan en Nico Lengers waren priester gewijd en zij deden hun eerste H. Mis op deze zondag. Hun ouders woonden in de Koningdwarsstraat (het gedeelte dat nu afgebroken is, tegenover de Vomar.) De broers konden echter niet bij hun ouders overnachten, omdat hun vader en moeder geëvacueerd waren in Oudesluis. 's Morgens zal men in deze kerk eerst de verduistering weggehaald hebben zoals die sinds 15 december 1940 door de bezetters was voorgeschreven. De oudste broer deed als eerste de H. Mis. Na het evangelie werd er eerst een brief voorgelezen van de gezamenlijke Nederlandse bisschoppen. Zij protesteerden hierin tegen het onrecht dat de bezetters de katholieken in Nederland hadden aangedaan met de opheffing van het r.-k. Werkliedenverbond. Daarop volgde de feestpreek voor de nieuwe priester en het tweede deel van de H. Mis. Daarna deed de jongste broer Nico Lengers zijn eerste H. Mis. Eenzelfde Mis, maar nu zonder zang, maar wel opnieuw met het voorlezen van de protestbrief van de bisschoppen. In de middaguren was er een receptie in Maria-oord, een gebouwtje van de parochie aan de Kerkgracht. Om half vijf was er nog een danklof-dienst in de kerk. Al met al een bijzondere combinatie: oorlogsdreiging met toch ook dankbaarheid en vreugde. Vanaf 1942 werd er op de eerste zondag van de maand in deze kerk om kwart voor elf een H. Mis gehouden met gereserveerde plaatsen voor de Duitse militairen. Voorganger was de Duitse aalmoezenier Pieper uit München. Vanaf augustus van dat jaar verboden de bezetters de Helderse parochianen om deel te nemen aan deze Mis. In 1943 vond in Den Helder de klokkenvordering plaats, in andere delen van ons van ons land al eerder. De Duitse wapenindustrie had een groot tekort aan ertsvoorraden. De klokken werden omgesmolten in een fabriek in Hamburg en het koper en tin dat vrij kwam werd gebruikt voor de vervaardiging van wapens. In maart 1943 werd een begin gemaakt met het verwijderen van de klokken in onze beide kerken en trouwens ook in andere kerken en gebouwen zoals het Stadhuis. In iedere gemeente bleef slechts één klok hangen die bij luchtgevaar dienst moest doen als alarmklok. Voor Den Helder was dat de klok van de Rijkswerf, die naast de Werfpoort hing aan de Weststraat. Na de oorlog werden er nieuwe klokken aangeschaft. In 1946 werden er twee nieuwe klokken opgehangen in de PP kerk en in 1949 één in de OLVOO-kerk. Voor de vervanging van de geroofde klokken bestond een oorlogsschade-regeling: het Rijk betaalde 30% van de kosten.


Pastoors

Pastoor Koopman van deze kerk en Carolus van Veen van de O.L.V.O.O. leefden intens mee met de parochianen en anderen die gebukt gingen onder het oorlogsleed. In zijn boek over de geschiedenis van onze parochie schrijft Meindert Hoogenbosch:”In de rampnacht van het grote bombardement van 24 juni 1940 leerde men de grootheid en medemenselijkheid van pastoor Koopman kennen. Alle gevaar trotserend, poogde hij de getroffenen te bereiken en hulp te bieden waar dat mogelijk was. De morgen na deze nacht vonden de kapelaans hem, vermoeid en vuil, met gescheurde toog, tussen het puin van de verwoeste woningen, niet bereid om mee naar huis te gaan, voordat hij de zekerheid had, dat zijn hulp nergens meer nodig was.” Zo zou het nog vaak gaan. Regelmatig trok hij ook de provincie in om de gevluchte en verdreven parochianen te bemoedigen. Fysiek en mentaal gesloopt werd hij in de loop van 1944 overgebracht naar de Mariastichting, een ziekenhuis in Haarlem waar hij op 23 september 1944 overleed. In die verwarrende tijd zou het maanden duren voordat alle parochianen, verspreid door heel Noord-Holland, zouden horen van zijn overlijden. Een jaar later, In september 1945 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar Den Helder om herbegraven te worden op ons kerkhof St. Jozef. Pastoor Carolus van Veen zou uiteindelijk als enige priester overblijven in Den Helder, nadat de kapelaans De Goede en Witteman op last van de bezetters noodgedwongen Den Helder verlaten hadden. Ook pastoor Van Veen stond iedereen bij in die barre oorlogsjaren. Vanaf november 1944 werd hij vervangend pastoor van deze Petrus en Pauluskerk. Eind 1944/begin 1945 werd de pastorie hiernaast gevorderd door de Duitse bezetters en ingericht als noodpostkantoor. Kerk en pastorie werden ontruimd en de inventaris werd elders opgeslagen.


Slot

Na de oorlog werd Ford Erfprins gebruikt om Nederlanders te herbergen die ervan verdacht werden tijdens de oorlog samengewerkt te hebben met de bezetters. Week om week werden daar op zondag een katholieke Mis en een protestantse dienst gehouden. Pater Engelmundus Dam en pater ten Dam zijn belast geweest met de zielzorg voor deze mensen. Pas op 1 december 1948 werden deze diensten beëindigd. Toen de oorlog voorbij was werd pastoor Harst aangesteld als nieuwe pastoor van de Petrus en Paulusparochie. Hij nam de heropbouw van de parochie voortvarend ter hand. Pastoor Carolus van Veen bleef pastoor van de O.L.V.O.O. tot 1953 toen hij in oktober van dat jaar overleed. Ook hij is begraven op het St. Jozef kerkhof.


Met het voorgaande heb ik u een impressie mogen geven van wat er zoal gebeurde in onze parochies in oorlogstijd. Morgen zal ik namens ons allen bloemen neerleggen op het graf waarin de beide pastoors rusten. Zo eren wij hen én allen die zich in die moeilijke oorlogsjaren ingezet hebben voor onze parochies. In een ellendige tijd hielden zij de hoop levend op een toekomst van vrede, een tijd van vrede waarin wij nu met dankbaarheid mogen leven.

Amen.


Jan van Diepen, em. pastor

Den Helder, 4 mei 2025. Petrus en Pauluskerk.



Den Helder oorlogsjaren


Opmerkingen

Beoordeeld met 0 uit 5 sterren.
Nog geen beoordelingen

Voeg een beoordeling toe
bottom of page