Petrus en Pauluskerk
Den Helder heeft maar een zeer beperkt aantal oude kerken, maar de Petrus en Pauluskerk aan de Kerkgracht is ongetwijfeld de mooiste. Hier geen sober protestants kerkgebouw, maar een uitbundig versierd katholiek bedehuis, dat een jaar jonger is dan de Nieuwe Kerk. Evenals de Nieuwe Kerk is de Petrus en Pauluskerk een waterstaatskerk, een kerk die werd gebouwd met behulp van stevige subsidies van het Ministerie van Waterstaat. De twaalf wijdingskruisjes op de binnenmuren van de kerk herinneren aan de inwijding op 6 oktober 1840. Daarmee is deze kerk ook de oudste ingewijde kerk in het bisdom Haarlem. De kerk kwam in de plaats van het oude kerkgebouwtje aan de Langestraat, dat oorspronkelijk een huis was en in 1785 werd ingericht als kerk. De parochie groeide, en de kerk werd te klein. De ontwikkeling van de haven, de Rijkswerf en de aanwezige garnizoenssoldaten zorgden voor uitbreiding van de parochie. In 1786 telde de parochie slechts 91 communicanten, in 1824 waren dit er al 420. De kerk aan de Langestraat werd in 1817 vergroot, maar de noodzaak van een nieuw kerkgebouw werd al snel gevoeld.


Beeld van de Heilige Paulus (links) en de Heilige Petrus (rechts).. Deze stond eind negentiende eeuw op de hoeken van de voorgevel en gemaakt door de Amsterdamse beeldhouwer Anthonie Boggia. De beelden zijn later binnen geplaatst en daarbij ook voorzien van kleuren.

Heilige Nicolaas, waarschijnlijk uit 1785 en komt nog uit de Langestraat.

Pastoor Joannes van Gent nam in 1836 het initiatief tot de nieuwbouw. De overheid, de Staatsraad en de burgemeester werkten mee, zodat in datzelfde jaar een stuk land aan het Heldersche kanaal kon worden gekocht. De bouw werd gegund aan de laagste inschrijver, parochiaan Leewens. De pastorie werd gegund aan aannemer Janzen, die veel gebouwd heeft in Den Helder. Er ontstond een gezichtsbepalend gebouw in neoclassicistische stijl, met binnen grote ronde zuilen en een tonggewelf. Voor f 600 werd door Petit & Fritsen een klok geïnstalleerd, die enkele jaren later tot officiële noodklok van de gemeente werd gepromoveerd. Tijdens de oorlogsjaren werden de klokken door de Duitsers geroofd. In 1864 werd de kerk voorzien van gaslicht. De naam van Nicolaas was eerder verbonden met Helderse katholieke kerken, maar de nieuwe kerk werd genoemd naar de Petrus en Paulus, de twee discipelen die we tegenkomen in de evangeliën. De keuze voor de naam Petrus en Pauluskerk was misschien ook ingegeven door het feit dat de oud-katholieke parochie de naam Nicolaas had overgenomen. Op de voorgevel van de kerk prijkt een medaillon waarmee de verbondenheid met Rome tot uitdrukking komt: twee gekruiste sleutels onder een driekroon.
De kerk heeft verschillende renovaties achter de rug. In 2001/2002 is het exterieur gerestaureerd. De sacristie uit 1929 was in slechte staat en werd vervangen door een nieuwe. Ook werden ramen en glas-in-loodwerk vernieuwd. In 2014 werd de toren gerenoveerd mede door subsidie van de overheid en inspanningen van parochianen. Ook het interieur heeft in de achterliggende decennia veranderingen ondergaan.
De kruiswegstaties van Jan Dunselman (1863-1931)
De kruiswegstaties die nu te zien zijn komen oorspronkelijk uit de Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen maar na het sluiten van de kerk in 1990 overgebracht naar de Petrus en Pauluskerk. Ze zijn geschilderd door Jan Dunselman die opgroeide in de bakkerij van zijn vader aan de Bassinggracht, met uitzicht op de Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen, gebouwd in 1876. Dunselman vond al vroeg in zijn tekentalent een roeping om deze te verbinden met de katholieke traditie. Hij was een religieus kunstenaar precies in de tijd waarin de katholieke kerk weer tot bloei kwam. Geen schuilkerken meer, maar nieuwe kerkgebouwen, rijk versierd met muurschilderingen, heiligenbeelden en vooral kruiswegstaties. Juist die laatste vorm Dunselmans aandacht. Al op zijn vijftiende kreeg hij een bijzondere opdracht: de muur achter het altaar van de Petrus en Pauluskerk beschilderen. Hij koos voor een krachtige illustratie uit het Mattheüsevangelie: de scène waarin de twijfelende Petrus over het water loopt en bij Christus houvast vind. Kort daarna maakte Dunselman veertien kruiswegstaties.

Hij had had zijn eigen techniek. Hij werkte met linoleum gespannen op houten ramen, en schilderde op de juten achterkant. In de kruiswegstaties verwerkte hij portretten van zijn eigen familie. Zijn vader, moeder en andere dierbaren doken onopvallend op tussen de bijbelse figuren. In de statie van de graflegging heeft hij zijn vader en zichzelf tussen de wenende vrouwen zijn moeder en zijn broer Jacob. Na het gereed komen van deze staties werden deze door een onbekende gekocht en geschonken aan de Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen (OLVOO), waarna ze in 1990 in deze kerk kwamen te hangen. Deze kwamen in de plaats van de kruiswegstaties van de Warmondse kerkschilder Pieter Geraedts, die via de Nicolaaskerk naar de Dionysiuskerk in Heerhugowaard zijn verplaatst.
​
Dunselman werkte daarna aan de kruiswegstaties van de grote Nicolaas basiliek in Amsterdam. Hij liet zich inspireren door de Nazareners en de Beuroners, twee stromingen binnen de 19de-eeuwse kunst. Met enkele onderbrekingen heeft hij bijna veertig jaar aan de afbeeldingen gewerkt (1891-1928). Het hele interieur heeft hij van beneden naar boven van schilderingen voorzien. Ook bij deze staties gaat het verhaal dat hij voor de figuren parochianen als model koos. Zijn figuren ademden zo’n vroomheid en devotie dat men zei wel dat ze geen zonde konden hebben begaan.
Graag zou ik op deze site alle veertien kruiswegstaties willen laten zien die nu nog in de Petrus en Pauluskerk hangen. Wie kan me helpen aan goede foto's? Neem dan contact met me op.












De parochie kent een traditie van kerkelijke muziek op niveau. Tijdens de wijding in 1840 zong het Caeciliakoor de Mis met: Terribilis est locus iste: hic domus Dei est et porta caeli, et vocabitur aula Dei ( Ontzagwekkend is deze plaats: dit is het huis van God en de poort van de hemel, en zij zal genoemd worden Gods woning). Het zangkoor werd ondersteund door het nieuwe orgel, gemaakt in de fabriek van Lorett Vermeersch in Sint Nicolaas, België. Het instrument telde drie klavieren, maar was van matige kwaliteit. In 1903 bouwde de firma Ypma een nieuw orgel in de oude kas, waarvoor een nieuw front werd gemaakt, dit orgel werd in 1950 volledig omgebouwd. Het front en de kas werden verwijderd zodat het een open opstelling kreeg. In 1979 werd een nieuw elektro-pneumatisch kegelladen-orgel geplaatst door de firma Vermeulen te Alkmaar.
Het houten altaar uit 1840 is in 1957 vervangen door een groot hardstenen altaar dat later (1966) zo gepositioneerd werd dat de priester met zijn gezicht naar de gelovigen stond. In plaats van dit grote altaar staat er sinds 2002 een kleine houten stervormige altaartafel, wat meer in het midden van de kerk. De oorspronkelijke preekstoel is in 2002 vervangen en staat nu los van de pilaar. Met uitzondering van het plafond is de hele kerk geschilderd in terracottakleur.
​
Het is zeer de vraag of de Petrus en Pauluskerk bewaard kan blijven voor de toekomst. Het kerkbezoek is fors teruggelopen. Het bisdom Haarlem-Amsterdam is bezig met een herschikking van kerkgebouwen waarbij er van de 164 kerkgebouwen ongeveer dertig gebouwen uiteindelijk beschikbaar blijven voor kerkelijke activiteiten. De komende jaren zullen zo’n honderd katholieke kerken in Noord-Holland gesloten worden en het lijkt waarschijnlijk dat ook de Petrus en Pauluskerk een sluiting te wachten staat.




Petrus en Pauluskerk Den Helder