top of page

Officier en orthodox: kolonel H.W. van Marle

  • Foto van schrijver: Ben Post
    Ben Post
  • 7 jun
  • 3 minuten om te lezen

De protestantse kerkgeschiedenis van de negentiende eeuw zit vol bijzondere gebeurtenissen. Het was een tijd van afscheidingen, maar ook van verenigingen en van de bouw van nieuwe kerken. Achter al deze ontwikkelingen stonden mensen. Predikanten en voorgangers, maar ook gewone gemeenteleden en kerkenraadsleden. Soms duiken hun namen op in aktes, notulen of verslagen. Bekende en onbekende mensen die ieder op hun manier een rol speelden in de lokale kerkgeschiedenis van Den Helder.


In de afgescheiden kerk was A. Paarlberg van betekenis. Deze rentenier was een belangrijke geldschieter van de afgescheidenen. Later, bij de oprichting van de Vereniging tot Verbreiding der Waarheid in 1859, komen we opnieuw namen tegen. Zo was Pieter Graaff (1849), een neef van Cornelis Breet, actief als bestuurslid. Zijn moeder was een zus van Breet. Graaff was een orthodox hervormde gelovige. Ook de boekhandelaar J.C. Buisonjé vervulde een functie binnen de vereniging, als penningmeester. Een opvallende naam in deze kring is die van kolonel Hendrik Willem van Marle.


Van Marle werd geboren op 24 mei 1835 in Zutphen. Hij blonk uit in wiskunde en ging naar de Koninklijke Militaire Academie. Na zijn benoeming tot cadet bleef hij aan als docent wiskunde aan dezelfde academie. Zijn militaire loopbaan verliep voorspoedig: in 1879 werd hij hoofdofficier, en in 1886 volgde zijn benoeming tot regimentscommandant en commandant van de Stelling Den Helder. De Stelling Den Helder was in die tijd een strategisch verdedigingswerk, bestaande uit forten, batterijen en inundatiegebieden ter bescherming van de marinehaven. Van Marle, die de rang van kolonel had bereikt, droeg de verantwoordelijkheid voor het operationeel bevel over de troepen en fortificaties, en voor de coƶrdinatie van defensieve maatregelen zoals inundaties en artillerie-inzet. Hij was gehuwd met Johanna Catharina Michiela Viruly, geboren in Vuren als dochter uit een patriciƫrsgeslacht met mogelijk adellijke wortels. Het echtpaar kreeg enkele kinderen.


Wat Van Marle als militair typeerde, was zijn betrokkenheid en vriendelijkheid. Maar opvallender nog was zijn uitgesproken geloofsleven. Hij leefde vanuit diep christelijke overtuiging, die hij niet onder stoelen of banken stak. Lid van de Hervormde Kerk, nam hij daarin een duidelijk orthodoxe positie in – wars van moderniteit en vrijzinnigheid. De vrijzinnige koers van de Hervormde Gemeente in Den Helder kon hem dan ook niet bekoren. Kort na zijn komst in 1886 sloot hij zich aan bij de Vereniging tot Verbreiding der Waarheid.


In 1887 duikt zijn naam op bij de oprichting van de Nederduits Gereformeerde KerkĀ in Den Helder – het begin van wat we de Doleantie noemen: de losmaking van de orthodoxe stroming uit de Hervormde Kerk, onder leiding van Abraham Kuyper. Twee jaar later wordt Van Marle genoemd als ouderling in een grote advertentie waarin hervormde gemeenteleden werden opgeroepen zich aan te sluiten bij de nieuwe Gereformeerde Kerk. Deze kwam samen in de Zuiderkerk aan de Spoorstraat – later bekend als de Bethelkerk (vanaf 1913).



Van Marle was enige tijd kandidaat voor de Tweede Kamer namens de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), maar hij haalde net niet voldoende stemmen om gekozen te worden. Kort daarna verliet hij Den Helder, toen hij werd benoemd tot commandant van de stellingen rond Amsterdam in de rang van luitenant-generaal. In Amsterdam zou hij Abraham Kuyper vaker ontmoeten.


Hendrik Willem van Marle overleed in 1927 te Zeist en werd begraven in Hilversum. Hij was een man van rang en gezag, maar ook een man van geloof. Officier en orthodox; een hooggeplaatst militair die in kerkelijke kring een opvallend actieve rol speelde.


bottom of page