Chr. Geref. Steengracht
De Christelijke Gereformeerde Kerk is geworteld in de Afscheiding van 1834. Een deel van de Hervormde Kerk had in toenemende mate moeite met de vrijzinnigheid in de kerk. Onder leiding van ds. Hendrik de Cock vond in het Groningse Ulrum de Afscheiding plaats. Een beweging die zich in de loop van de jaren snel verspreidde over de rest van het land. De overheid greep hard in tegen onwettige godsdienstoefeningen. Dit leidde tot vervolging van de afgescheidenen, inkwartiering in hun huizen en zelfs gevangenzetting van predikanten. Ook in Den Helder werden ‘afgescheidenen’ gemolesteerd. Rond 1840 was er een groepje leden uit de Nederlands Hervormde Kerk die zich niet meer konden verenigen met de rationele en vrijzinnig boodschap die verkondigd werd vanaf de kansels. Dit groepje kwam bijeen in de stal van weduwe Lobé aan de Zeedijk (later Kanaalweg bij de Postbrug). Jaren van vervolging volgden totdat in 1848 de mogelijkheid ontstond om de stal en het woonhuis van weduwe Lobé om te bouwen tot een kerk. Hier aan de Kanaalweg ontstond de eerste Bethelkerk. Onder leiding van ds. W.H. van Leeuwen sloot de gemeente zich aan bij de landelijke Christelijke Afgescheiden Kerk. Dit is de kerk die sinds 1869 door de overheid werd erkend. In 1875 telde de Helderse Christelijke Gereformeerde Gemeente zo’n 940 leden. In de bijna veertig jaar dus al een grote gemeente.
In 1886 ontstond een nieuwe uittocht uit de Hervormde Kerk. Deze beweging wordt de Doleantie genoemd en stond onder aanvoering van de landelijk bekende Dr. Abraham Kuyper, theoloog, wetenschapper en staatsman. Enkele jaren later in 1892 vond de Vereniging plaats. De samenvoeging van de afgescheidenen en de dolerenden. Het nieuwe kerkverband kreeg de naam Gereformeerde Kerken in Nederland. In de Spoorstraat wordt de Zuiderkerk gebouwd, die later omgedoopt zou worden tot Bethelkerk. Toch kon niet iedereen meegaan met de Vereniging van 1892. Er waren bezwaren die vooral betrekking hadden op sommige opvattingen van de invloedrijke Abraham Kuyper. Een klein deel van de christelijke gereformeerde kerken bleef zelfstandig en zetten daarmee de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland voort. Ook in Den Helder waren bezwaarden. Ze verlangden terug naar het evangelisatiegebouw in de Palmstraat. In 1902 werd de Christelijke Gereformeerde Kerk (opnieuw) gesticht. Lambert Kamp (1870-1938), speelde in de totstandkoming een belangrijke rol. Aanvankelijk resoorteerde deze gemeente onder de Christelijke Gereformeerde Kerk van Broek op Langedijk, in 1907 wordt de gemeente in Den Helder zelfstandig. Op 14 juni 1908 krijgt de gemeente haar eerste predikant ds. Bos uit Harlingen. In januari 1909 koopt ouderling Lambert Kamp een stuk grond aan de Steengracht waarop een nieuwe kerk gebouwd kan worden. Op Hemelvaartsdag 20 mei 1909 werd de kerk in gebruik genomen. Het kerkbezoek neemt tijdens de Eerste Wereldoorlog toe vanwege de grote toeloop van militairen. Een uitbreiding van de kerk bleek noodzakelijk en kon plaatsvinden door het naastgelegen pand te kopen en daarop een nieuw kerkgebouw te plaatsen. Deze kerk werd in 1918 in gebruik genomen. Enkele jaren later kon een pijporgel geplaatst worden in de kerk.
Het kerkgebouw aan de Steengracht is in 1993 verkocht. De gemeente betrok in 1993 een nieuwe kerk aan de Fazantenstraat, ’t Kruisanker. Inmiddels zijn de christelijk gereformeerden samengegaan in de samenwerkingsgemeente De Morgenster.

Helderse Courant 7 november 1950
Chr.-Geref. kerk aan de Steengracht heeft een nieuw pijporgel
Eerste bespeling door de heer Van der Kuyl
De diensten in de Chr. -Geref. kerk aan de Steengracht zullen voortaan, wat de gemeentezang betreft, met meer wijding kunnen worden gehouden dan tot nu toe het geval is geweest. Voor het oude, niet meer aan de eisen voldoende kerkorgel, is een nieuw instrument in de plaats gekomen, dat gisteravond in een bijzondere samenkomst in gebruik werd genomen. Het kleine, maar welluidende pijporgel werd bij die gelegenheid bespeeld door de heer G. van der Kuyl organist van de Bethelkerk.
Bescheiden instrument met welluidende klank
Nadat de dienst door de coslent, ds. Henstra van Broek op Langedijk, geopend was en een gebed was gesproken, heeft hij een welgemeend dankwoord gericht tot allen, die aan de aanschaffing van het nieuwe instrument hadden meegewerkt. Hij benadrukte daarbij, dat ook dit een stuk voor stuk grote offers moeten zijn geweest, om de benodigde financiën bijeen te krijgen. Met een enkel woord belichtte ds. Henstra de plaats van het kerkorgel in de eredienst. Niet alleen voor de begeleiding van de gemeentezang is een goed orgel van grote waarde, maar ook om door gepast spel de aandacht van de harten van de kerkgangers te richten op het hoofddoel van de godsdienstoefening: de ere Gods.
Door de heer F. van Zoest, organist van de Chr. Geref. kerk, werd het instrument namens het orgel-comité aan de kerkeraad overgedragen. Ouderling O. Boon aanvaardde de nieuwe aanwinst, waarvan de circa tweehonderd aanwezigen (onder de genodigden waren vrijwel alle plaatselijke organisten) even later de kwaliteiten konden beluisteren. In een welgekozen programma heeft de heer G. van der Kuyl alle mogelijkheden van het orgel laten horen. Behalve de reeds genoemde registers bevat het orgel een tweestemmig Woudfluit, een 2 3/4 Quint en ’n 13/5 voets Terts. Het vrije pedaal kan worden versterkt door een koppeling op het klavier, terwijl voorts een afzonderlijke tutti-knop alle registers inschakelt van het eerste klavier tot een harmonisch geheel. Een tremolo completeert de bescheiden dispositie. Alvorens de heer Van der Kuyl zijn dankzegging had uitgesproken, heeft ds. Henstra de hoop uitgesproken, dat de leiding van het nieuwe instrument gezegend zal worden. De samenzang besloot de bijeenkomst met Psalm 150 vers 2 en het laatste vers van Psalm 72.




Deze foto zal uit de jaren ‘50 zijn, de gracht is er nog. Later is deze gedempt.