top of page

Hervormd

Leeuwen .JPG

Wernold Petersen

Geboren

Overleden

Standplaats

Van-tot

1761

1827

Huisduinen

1817-1821

Media

Informatie

Wermold is in 1761 in Gildehaus geboren en op 29 mei als "Wermolt" gedoopt. Hij was een zoon van Herman Petersen en Janna Stuurman.

Na een studie theologie in Utrecht werd hij, toen hij 27 was, predikant in Borne.
[1] Borne, waar hij predikant werd en zijn kinderen werden geboren

  • J.L.W. Petersen schrijft in zijn boek 'Familie Petersen' over hem:

  • "Lidm. kerst 1788 - 'de Candidaat Wermold Petersen met attestatie van Utrecht'. Studeerde aldaar theologie, maar komt zijn naam niet voor in het register van de universiteit; tot 1795 werden alleen studenten ingeschreven die promoveerden.

  • Werd op 17-8-1789 beroepen als predikant van de Nederduits Gereformeerde Kerk te Borne (O.). Goedkeuring van het beroep werd verleend door de Classisvergadering te Almelo op 27-10-1789 op verzoek van W. H. Van Hambroick Heer van Weleveld als 'Overkerkenraad en Bestierder der Kerke van Borne', De bevestiging vond plaats op 6-12-1789. In de kerk een bord met namen van predikanten, waarop hij voorkomt met foutieve voornaam."

In Borne trouwde hij met Christina Roskott; haar vader was predikant in Gildehaus geweest. Ze kregen er kinderen:
+ 3-3-1790 Herm (Herman)
+ 30-11-1791 Everhardus Wilhelmus
+ 24-8-1794 Johanna Bernardina overleed 1794/95
+ 16-3-1796 Coenraad; hij overleed tussen 4-1797 en 8-1804 óf na 1812 op Vlieland.

  • J.L.W. Petersen schrijft:

  • "Erfde in 1791 van de nalatenschap van Anna Gesina Stemberg, vrouw van Jan Petersen, een twintigste deel en in 1800 van de nalatenschap van Conrad Petersen en Gesina Ohman een tiende deel. Van dit laatste erfdeel had hij alleen het vruchtgebruik; het erfdeel werd voor zijn minderjarige kinderen tot hun meerderjarigheid beheerd door de testament-executeurs. Zoon Coenraad erfde apart 100 hollandse caroli guldens.

  • Wermold verklaart in een akte van 16-10-1800: 'van den Hoogweledelgeboren Gestrengen Heer Baron Van Hambroick tot Weleveld te hebben ontvangen, en in mijne qualiteit voor den Armen te Borne te hebben overgenomen, Drie Nationalen Schuldbrieven, ten laste van dn Bataafsche Republieq'.

  • In april 1803 werd door de Classisvergadering te Almelo besloten hem 'van zijn post en dienst af te zetten'. Wermold had in woede zijn huis en Borne verlaten en was enige weken weggebleven zodat de kerkdiensten, waaronder die op de Paasdagen, door vervangers moesten worden waargenomen. Na terugkomst schreeft hij een brief aan de Classis en een brief aan de Synode van Overijssel waarin hij tegen de afzetting bezwaar maakt, tegen de beschuldigingen van de kerkenraad en tegen het feit dat hij in de kwestie niet is gehoord. Hij is slechts vijf weken afwezig geweest en verbleef bij zijn (half)zusters in Den Haag. Wel bekent hij dat hij 'verkeerdelijk gehandeld heeft door zich zelven aan misverstand, drift, en opstapelingen van huiselijk verdriet over te geven en door ene kwaade partije tot dien ongelukkigen stap gekomen is' en belooft zich voortaan te zullen beteren. Hij verklaart dat hij als het ware ongehoord is gevonnist op basis van artikel 80 van de kerkorde alsof hij de dienst moedwillig en opzettelijk heeft verlaten en verzoekt het besluit te 'revideren'. Verder verzoekt hij de stukken waarin hij in staat van beschuldiging werd gesteld, te mogen inzien.

  • Bij de brief aan de Synode is gevoegd een brief van zijn vrouw Christina, waarin ze bekent 'in drift mijn oor aan partijsugtige menschen geleent' te hebben en wijst ze op de 'ellendige staat' waarin het gezin gekomen is.

  • De Classis besloot hem voor een periode van twee jaar 'van zijn dienst in de gemeente Borne af te stellen' en zou hij zich na deze termijn 'na inlevering van voldoende bewijzen van verbeterd levensgedrag' zich elders beroepbaar mogen stellen.

  • Kennelijk vond men al na een jaar hiervoor voldoende bewijzen en mocht hij in 1804 een beroep aannemen van de Nederduits Gereformeerde Kerk te Oost-Vlieland. Daar hij gedurende dat jaar waarschijnlijk geen traktement (salaris) ontving, zal het gezin door gemeenteleden zijn onderhouden.

  • Oost-Vlieland als standplaats, waar hij op 12-08-1804 werd bevestigd, was geen promotie, maar kan worden verklaard door de affaire in Borne. Zijn beide zonen konden op Vlieland ook geen goede schoolopleiding krijgen."

[2] Hier, op Vlieland, was hij vanaf 1804 predikant.

  • "Van hier bezocht Wermold jaarlijks de classicale vergaderingen in Enkhuizen en kreeg de reiskosten vergoed van de kerkvoogdij."

"Gedurende de Franse bezetting van 1810 tot einde 1813 kwam de bevolking van Vlieland tot armoede en honger. Wermold kreeg gedurende de bezettingstijd geen traktement en leende geld van de kerkvoogdij. Zoon Herman werd zelfs 'remplacent' - trad tegen een vergoeding in de plaats van een dienstplichtige, vrijwillig in militaire dienst - om het gezin aan inkomen te helpen.

Op 7-12-1817 werd Wermold predikant van de Ned. Herv. kerk te Huisduinen (N.H.).
Hierna bevestigd op 5-8-1821 als predikant van de Ned. Herv. gemeente van Oosterland, Stroe en Den Oever op Wieringen (N.H.)."

  • "In de kerk van Oosterland staat zijn naam (met fouten) op het bord met namen van de predikanten. Deze gemeente diende hij tot aan zijn overlijden. In de krant verscheen een annonce van zijn vrouw.

  • Op een gezamenlijke grafsteen van drie predikanten in de kerk staat de tekst:

  • WERMOLD PETERSEN PREDICANT ALHIER RUIM 5 1/2 JAREN.

  • OVERLEDEN DEN 8 APRIL 1827 IN DEN OUDERDOM VAN CIRCA 64 JAREN.

  • De memorie van successie werd opgemaakt 10-09-1827 te Wieringen en ondertekend door zijn beide zonen. Er werden geen goederen nagelaten waarvoor successierechten verschuldigd waren.


Toen hij in Oosterland overleed, was hij bijna 66 jaar.



https://www.wikitree.com/wiki/Petersen-4661

bottom of page